Vrij werk
Dubbel blok, 2002
  Bij 'Dubbel Blok' heeft De Wit in twee dikke rechthoekige blokken staal een rechthoekige doorgang uitgesneden, als meest basale vorm van een poort. De twee delen kunnen op verschillende manieren naast of bij elkaar geplaatst worden. 
‘Zonder titel, drie delen’, 2001 
Bij 'Zonder titel, drie delen' toont De Wit drie stalen kubussen waar op drie verschillende manieren vierkante uitsneden in zijn gemaakt
Vlek

De titanenklus van het verzetten en lassen van tonnen scheepsschroot voor zijn grote werken in de openbare ruimte, heeft de kunstenaar zijn gezondheid benomen, maar zijn maaklust geenszins gestild


Ring 13 doosjes, [ca 1994/1995]
Een van de oudste versieringen is de punt-cirkelversiering. Op verschillende plekken in de wereld zijn mysterieuze steen- of bottencirkels gevonden.


Lees verder...
Zonder titel, 1991
Huizen, hutjes en tempels vormen een thema voor De Wit in de eerste jaren na 1990. De verschillende robuuste huizen en tempels die hij in deze periode maakt, zijn uit massief staal gesneden en uit losse delen samengesteld. 


Lees verder...
Water I, 1991

 Eind jaren '70 van de vorige eeuw begint Frans de Wit met experimenten om zijn fascinatie voor water en de huid van een beeld te combineren. Water blijft zijn aandacht houden gedurende zijn hele carrière.
Tweelingbeeld of Grote Vorm, 1989
Net als bij ‘Veld II’ wordt bij ‘Tweelingbeeld’ de kracht van oervorm, huid en licht getoond. Maar nu op meer dan manshoog formaat. De langgerekte ovaalvormen doen daardoor aan monolieten denken. 
Veld II, 1988

Dit werk maakt De Wit van zesendertig op elkaar balancerende hoek- en blokvormen, die hij in een ruim vierkant opstelt. 



Lees verder...
Beeld van de Zee, 1987

 De visuele opheffing van de zwaartekracht wordt na 1980 verder uitgewerkt in verschillende reeksen stalen piramide-, blok- en dakvormen op ranke hoge poten. 
Zonder titel, vier delen, 1980
De visuele opheffing van de zwaartekracht werkt de kunstenaar in 1980 verder uit in verschillende reeksen stalen piramide-, blok- en dakvormen op ranke hoge poten. 
Appeldoos, 1969
In 1969 heeft Frans de Wit zijn eerste solotentoonstelling bij Galerie Nouvelles Images in Den Haag. 
  
‘Stapelbare blokken’, 1969
Vanaf ‘Tempel I’ uit 1967 is het verbeelden van het spanningsveld tussen binnen- en buitenruimte actueel. 
Structuur, 1969
Bij dit werk geven vloeiende vormen van massief keihard staal de indruk beweeglijk om elkaar heen te draaien. 
Staalplastiek, 1968

In 1968 maakt De Wit het robuuste werk ‘Staalplastiek’, drie gestapelde cirkels van dik staal staan op hun kant op een kubus die voor het oog ‘zweeft’ tussen vier rechthoekige staanders. 

Lees verder...
Tempel I, 1967
In 1967 heeft De Wit nieuwe werken voor ogen waarbij eerder gemaakte, raketachtige torens van gelaste cirkelvormige auto-onderdelen, zoals tandwielen en schroefdraden, als vertrekpunt dienen.