‘Stapelbare blokken’, 1969
Vanaf ‘Tempel I’ uit 1967 is het verbeelden van het spanningsveld tussen binnen- en buitenruimte actueel. Het uitwerken van een bepaald motief wordt gekoppeld aan het onderzoeken van nieuwe mogelijkheden, zodat er reeksen ontstaan. Dit is onder andere te zien bij ‘Stapelbare blokken’ waar gangen en ruimtes in uitgespaard zijn. Ze grijpen qua idee terug op een heel klein zilveren blokje met vierkante holtes en uitsteekseltjes uit de academietijd. De ‘Stapelbare blokken’ worden in grote en kleine formaten gemaakt, vaak in reeksen van drie of als kubus die uit twee op elkaar reagerende delen bestaat. Ook wordt het nieuwe materiaal polyester uitgeprobeerd, maar al snel ziet De Wit in dat dit materiaal niet past bij wat hij wil uitbeelden. De blokken kunnen gestapeld worden of met tussenruimtes uit elkaar gezet worden. Zo biedt elke wisseling van opstelling een andere blik op het ervaren van binnen en buiten en licht en donker.