Frans de Wit

‘Ondanks het gewicht maken mijn beelden zich los van alles’ Frans de Wit

Beeldhouwer Frans De Wit (1942-2004) schiep op 39 plekken in Nederland beelden die in het landschap en het (onder)bewustzijn zijn verankerd, zoals de ‘Klimwand en Dubbele schijf met trap in grofpuinheuvel’ in Spaarnwoude. Dit beeld is beroemd geworden als ‘de trap van Van Kooten en De Bie’ uit het tv-programma Krasse knarren. Daarna krijgt De Wit de opdracht om in Rotterdam het laagste punt van Nederland te markeren. Dat doet hij met ‘Vierkant eiland in de plas’ waarop een gigantische schaal rust, die hij met een zelfgemaakte ‘meedogenloze schraper’ in beton vormt.
‘Wat Frans de Wit als geen ander kon, was grenzeloos groot werken. Het nemen van technische hindernissen om monumentale experimenten te kunnen realiseren, daar leefde hij van op. In indrukwekkende oervormen vond hij de verbinding tussen de abstracte, geometrische beeldtaal van de naoorlogse kunst met de universele, vluchtige vormwetten van de natuur. Hij zocht daarbij altijd naar een balans tussen uitersten. Zijn beelden moesten contrasteren met hun omgeving en daar tegelijkertijd in opgaan. Door uitgekiende technische toepassingen maakte hij het onbeweeglijke beweeglijk. De gebruikte materialen moesten écht, tastbaar en ambachtelijk zijn, zodat het maakproces altijd zichtbaar was in het eindresultaat.’ Meta Knol, directeur Museum De Lakenhal, Leiden 2009-2020.

...

Op 2 maart 1942 wordt Franciscus Theodorus Alexandros (Frans) de Wit in Leiden geboren. Zijn vader is meubelmaker en timmerman. Moeder stimuleert en vader is ruimdenkend, maar ook een zeer kritisch mentor met vakmanschap hoog in het vaandel. De oplossingsgerichte instelling van een vakman die experimenteert en een ambitieus plan niet uit de weg gaat, blijft voor zoon Frans essentieel voor de monumentale werken die later ontstaan. Frans voltooit de Practische Ambachtsschool. Hij neemt regelmatig een kijkje in de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Beeldhouwer en docent Dirk Bus ziet potentie in hem en hij wordt er in 1960 zonder de vereiste vooropleiding aangenomen. Vernieuwing en traditie gaan samen op de beeldhouwafdeling. Naast modelleren in klei en kunsthistorisch onderwijs staan lettertekenen en het ontwerpen van monumenten en kunst in de openbare ruimte op het programma. Frans de Wit studeert cum laude af in 1965 met een levensgroot beeld, ‘Naaktstudie’.

...

De Wit krijgt in 1965 zijn eerste grote opdracht voor een beeld bij de nieuwbouw van de Thorbecke-school in Leiden. Het thema van ‘Samenspraak’ haakt aan bij de tendens in de jaren vijftig om kunst voor alle mensen toegankelijk te maken. In Galerie Nouvelles Images mag hij in 1963 en 1965 meedoen aan de kersttentoonstelling. Een torso van De Wit is dat jaar te zien bij de tentoonstelling ‘Tijdsbeeld ’65’ in de Hortus Botanicus in Leiden. Met de komst van directeur M.L. Wurfbain wordt het tentoonstellings- en aankoopbeleid van Museum De Lakenhal progressiever. Daar zal De Wit profijt van hebben. Ondanks de opdrachten en de tentoonstellingen blijft het nodig om geld bij te verdienen. Frans de Wit wil niet bij de Contraprestatie aankloppen. Hij wil zijn vrijheid behouden. Hij werkt als freelancer bij Koninklijke Van Kempen & Begeer in Voorschoten. Hier bekwaamt hij zich in het bronsgieten.

...

Frans de Wit begint zijn carrière in deze roerige tijd en is voornamelijk in zijn atelier te vinden waar hij onafgebroken en keihard werkt. Ook bezoekt hij regelmatig tentoonstellingen van eigentijdse kunst. Het deel uitmaken van de grote veranderingen die in maatschappij en kunst plaatsvinden, geeft richting aan het formuleren van een eigen beeldtaal. Vakmanschap is de basis van waaruit De Wit wil vernieuwen. Uit gesprekken met familie en vrienden blijkt dat De Wit de werken van Constantin Brancusi, André Volten, Carel Visser, Shinkichi Tajiri, Eduardo Chillida en Richard Serra zeer waardeert. De werkwijze en het conceptuele karakter van Minimal Art liggen hem minder omdat de vervaardiging van het werk zelf vaak uit handen gegeven wordt. Het terug redeneren naar de basis, zoals de Minimal Artists doen, alsook het werken in series, de nieuwe industriële materialen, het afstemmen van het werk op de plek en de grote formaten interesseren hem echter wel.

...

1967 is een vruchtbaar jaar voor De Wit. Hij zet in dit jaar grote stappen in zijn ontwikkeling naar een eigen beeldtaal. Hij experimenteert met het afgieten van echte bladeren van bomen en planten. Ook heeft De Wit nieuwe werken voor ogen waarbij eerder gemaakte raketachtige torens van gelaste cirkelvormige auto-onderdelen, zoals tandwielen en schroefdraden, als vertrekpunt dienen. Hij maakt ook enkele abstracte beelden met ritmische herhalingen van alleen staafjes, reeksen grote en kleine cirkels of rechthoeken. In 1967 tast Frans de Wit af welke weg hij in zal slaan door te experimenteren met nieuwe materialen, technieken en uitbeeldingswijzen. Het begint bij het verwerken van enkele hyperrealistische details in brons. Daarna assembleert hij echte machineonderdelen tot composities. Realisme en abstractie worden in deze beelden gecombineerd. In 1968 wordt het keiharde en moeilijk bewerkbare massieve staal een onderdeel van zijn beeldtaal. Het materiaal zal hem zijn hele leven blijven uitdagen.

...


• 1965 Leiden, Hortus Botanicus, ‘Tijdsbeeld ’65’, Den Haag, Galerie Nouvelles Images

• 1966 Den Haag, Pulchri; Studio Leiden, Galerie Walenkamp; Den Haag, Galerie Nouvelles Images; Leiden, De Waag, ‘Beeld & Straatbeeld’

• 1967 Den Haag, Pulchri Studio; Leiden, Galerie van der Vlist (met Rob Clous); Leiden, Stedelijk Museum de Lakenhal

• 1969 Amsterdam, Museum Fodor, 50-jarig jubileum KLM /Heineken; Utrecht, Centraal Museum, ‘Nederlandse Beeldhouwkunst’

• 1964-1960 Den Haag, Galerie Nouvelles Images (met Marry Hovig)

• 1970 Den Haag, Pulchri Studio; Lisse, Keukenhof; Hapert, ‘Bellfires’, plastieken en reliëfs; De Bilt, ‘Beelden in de Bilt 5’; Den Haag, ‘Dutch Art’; Leiden, Stedelijk Museum de Lakenhal, ‘Dubbelbeeld’ (met Jan Maaskant); Den Haag, Galerie Nouvelles Images

• 1971 Middelheim, 11e Biënnale de la Sculpture; Keulen/Hannover, ‘Kunst und Handwerk aus den Niederländen’; Den Haag, Galerie Nouvelles Images (met Dick Cassee); Lisse, Keukenhof

• 1973 Turijn, Christain Stein, ‘Dutch Art’

• 1975 Den Haag, Galerie Nouvelles Images; Breda, Bouvigne, ‘Beelden Buiten’; Lisse, Keukenhof

• 1977 Hapert, ‘Bellfires Beeldframes 1980’; Leiden, ateliertentoonstelling; Alblasserdam, ‘Wind- en Waterobjecten’; Leiden, De Waag, manifestatie ‘Elf Leidse Kunstenaars’

• 1981 IJzer, Reizende tentoonstelling Nederlandse Kunststichting; De Bilt, ‘Beelden in de Bilt XV Windbeelden’; Leiden, De Waag, ‘Vijf Leidse Kunstenaars’

• 1982 Delft, Galerie De Volle Maan; Leiden, Stedelijk Museum de Lakenhal, ‘Leidsche Ateliers III’ (met Krijn Giezen en Fer Hakkaart); Leiden, Galerie Denise Stephan (met Fer Hakkaart)

• 1984 TH Delft, ‘Binnen-Buiten, een visie op de architectuur’ (met Carel Visser, David van de Kop, Marinus Boezem)

• 1985 Rhoon, ‘Beelden in Rhoon, een keuze uit 50 jaar Nederlandse Beeldhouwkunst’; Bielefeld, Galerie Elf (met Burkhardt Soll)

• 1988 Rotterdam, Galerie Alles voor 12 & 24 Volt 1989; Wassenaar, ‘Paradise Lost, Park raadhuis de Pauw’; Leiden, Beeld ’89 Galerie Stelling; Rotterdam, STEK; Leiden, kunst in mupi’s; Leiden, Stedelijk Museum de Lakenhal, ‘Leidse Ateliers, de jaren ‘80’

• 1989-1990 Leiden, Stedelijk Museum de Lakenhal, ‘De jaren ’60: Aktie, Kunst en Cultuur in Leiden’

• 1990 Leiden, Stedelijk Museum de Lakenhal, ‘Collectie 1890-1990’; Den Haag, Galerie Nouvelles Images; Leiden, de Waag, ‘24 Leidse Kunstenaars’

• 1991 Leiden, Galerie Time is Art; Leiden, Hortus Botanicus (Oranjerie), De Beuk; Amsterdam, Galerie Langenberg

• 1992 Leiden, Galerie Amber, ‘Stromingen in Pancras West I’; Leiden, Stedelijk Museum de Lakenhal, ‘En toen was er licht’

• 1993 Leiden, Stedelijk Museum de Lakenhal, ‘Vijf eeuwen landschap’

• 1994 Leiden, Stedelijk Museum de Lakenhal, ‘Beelden uit de Verzameling Leiden’; Leiden, CBK, ‘Van Afstand Bekeken’ (tekeningen); Leiden, Ars Aemula Naturae 300 jaar

• 1994-1995 Heemstede, Het Oude Slot, ‘Vier Constructies voor een plek’ (met Bart Kelholt, Herbert Nouwens, Lon Pennock)

• 1996 Heemstede, Het Oude Slot, ‘De Kleur van de Huid’; Leiden, Galerie Zichy, Dwars (met o.a. Pieter Geraedts)

• 1997 Leiden-Oegstgeest, ‘Drie Lokaties’

• 1998 Leiden, CBK, ‘Oog in Oog, kunstenaarsportretten’; Leiden, CBK, ‘Stromingen in Pancras West II’

• 2000 Heemstede, Het Oude Slot, ‘Staal in Beeld 2001’; Leiden, Galerie Next, branddrukken en tekeningen; Tytsjerk, ‘Schaal & Maat’; Leiden, ateliertentoonstelling (met Lon Pennock)

• 2002 Leiden, Stedelijk Museum de Lakenhal, ‘Beeld en Evenbeeld. Een Leidse Parade’

• 2003 Leiden, Stedelijk Museum de Lakenhal, ‘Licht, Lucht & Drama, landschappen uit eigen collectie’

• 2006 Leiden, RAP Architectuurcentrum, ‘Cirkels van vier kunstenaars’ (met Kees Buurman, Pieter Geraedts, Thom Geraedts); Woerden Stadsmuseum, ‘Een link met landschap’ ( werk uit Stedelijk Museum de Lakenhal, Leiden met o.a. Krijn Giezen, David van de Kop, Carel Visser)

• 2007 Leiden, Stedelijk Museum de Lakenhal, ‘Mijn laatste oordeel’


• 1965 Zoeterwoude, School, aluminium plastiek

• 1968 Leiden, School, bronzen beeld 1970; Leiden, Gemeente Leiden, Jan van Houtpenning Hout en Wind, brons; Ommen, gascompressorstation Gasunie, fontein in blank beton

• 1971 Voorschoten, ‘Elementen’, cortenstaal; Utrecht, Centrum Vakopleiding voor Volwassenen, ‘Elementen’, rvs

• 1974 Zutphen, Gewestelijk Arbeidsbureau en Belastinggebouw, ‘Elementen’, cortenstaal; Amsterdam, Rijksmuseum, restauratie beeld ‘Victoria’; Leiden, Vakschool, reliëf in buitengevel, cortenstaal; Baarle-Nassau, de la Salle mavo, plastiek, cortenstaal

• 1976 Bant, plastiek, cortenstaal

• 1977 Leiden, Bedrijfstechnische school, betonplastiek; Ter Aar, beeld bij brug, staal; New York, twee Waterhuidblokken

• 1972-1981 Leiden Merenwijk, drie basisscholen, ‘Boog’, staal, geschilderd

• 1982 Heerhugowaard, beeld voorplein Gemeentehuis, massief staal; Delft, restauratie beelden Grafmonument Willem van Oranje

• 1983-1984 Rotterdam, Windscherm langs het Calandkanaal, beton, uitwerking Middenscherm (i.s.m. projectarchitect Maarten Struijs)

• 1984-1985 Dordrecht, Gewestelijk Arbeidsbureau, beeld in brons en staal

• 1985-1986 Oegstgeest Haaswijk, ‘Doorgaande Beweging’, staal en rvs

• 1986-1987 Leiden, Lucas van Leijdenschool, ‘Twee Ringen’, rvs

• 1986-1992 Spaarnwoude, recreatiegebied, ‘Klimwand en Dubbele schijf in Grofpuinheuvel’

• 1988 Leiden, bronzen herdenkingsplaquette Gerard Noodt; Leiden, bronzen plaquette Hooglandse kerk

• 1989 Leiden, bronzen herdenkingsplaquette, voormalig Joods Weeshuis

• 1992 Den Haag, Rijksgebouwendienst, gedenkpenning nieuwbouw Tweede kamer der Staten-Generaal, gesneden staal

• 1993-1996 Rotterdam Prinsenland, ‘Vierkant Eiland in de Plas’, beton

• 1994 Leiden, Reuvens-monument, twee bronzen hoekbeelden Rijksmuseum van Oudheden

• 1995 Leiden, bronzen Huizinga-plaquette

• 1996 Delft, Doelenpoort, gevelbekleding Filmhuis, staalplaten; Rotterdam, deelgemeente Prins Alexander, ontwerp Mia van IJperen-penning; Rotterdam, CBK, kleine bronzen objecten ‘Vierkant Eiland in de Plas’

• 1998 Visie Openbare ruimte stadshart Alphen a/d Rijn (met Ad Koolen); Recreatieschap Spaarnwoude, klein bronzen object (Klimwand en Dubbele schijf in Grofpuinheuvel), relatiegeschenken

• 1996-2002 Leiden, Museum Naturalis, ‘Vijf beelden op één kromme’, geperst scheepsstaal