‘Elementen’, Voorschoten, 1971 in 2020 geplaatst in Beeldentuin Frans de Wit, Singelpark, Leiden
Alvorens het beeld in Voorschoten bij de sporthal geplaatst wordt, is het in 1971 te zien op de 11e biënnale Middelheim in Antwerpen. R.W.D. Oxenaar, directeur Rijksmuseum Kröller-Müller, heeft de selectie gemaakt voor de Nederlandse inzending ter ere van het 25-jarig bestaan van het Belgisch-Nederlands Cultureel Akkoord. Dat De Wit hiervoor geselecteerd is, betekent een doorbraak voor hem, want de voorhoede van de hedendaagse beeldhouwkunst is op deze biënnale te zien. Eind mei 1971 legt De Wit, met een team van assistenten, de laatste hand aan het beeld dat hij in Middelheim gaat tonen. Zijn vrouw noteert in het fotoboek: ‘Je werkte twee nachten door. Totaal uitgeput op het laatst […] ’n Eindeloos moeilijk gesleep door de drassige weide, heel de nacht lang, duizenden kilo’s.’ Het beeld is geïnspireerd op de ontdekkingen die De Wit eerder deed bij de kleine werken. Daarbij sneed hij bewegelijke vormen uit massief staal. Hier zijn ze voor het eerst uitgegroeid tot 2,25 meter hoog, 3,15 meter lang en 2.000 kilo zwaar. De stalen elementen verheffen zich vanaf het grasveld en buigen om elkaar heen in schuine lijnen, waardoor het lichtspel op de roesthuid overal anders is.