‘Elementen’, Belastingkantoor en Gewestelijk Arbeidsbureau, Zutphen 1972-1974
In 1972 levert de kunstenaar een stalen proefmodel in bij de kunstcommissie en vervolgens is hij anderhalf jaar bezig het idee uit te werken in cortenstaal. De Wit vertelt daarover: ‘Je begint aan iets, dan komt het materiaal en gaat de vorm zich steeds sterker opdringen. Je kunt er dan gewoon niet meer omheen. En als hij dan weg is, dan geeft het een gevoel van opluchting.’ Na anderhalf jaar intensieve arbeid is het beeld een karakter geworden en wordt het met ‘hij’ aangeduid. De Wit destilleert het beeld uit dat wat hij bij aanvang voor ogen ziet, maar ook uit het materiaal en het maakproces. Vlak voordat het beeld af is, noteert zijn vrouw in het fotoalbum: ‘Het is net ’n bevroren zee, of in ieder geval elementen uit de natuur die in beweging geweest zijn en ineens in die beweging stil zijn gebleven.’ Ongenaakbaar cortenstaal is omgevormd tot opwaarts stuwende elementen die een ongeëvenaarde natuurkracht lijken te verbeelden. Het 8 meter lange, 8 meter hoge en 8 ton wegende beeld gaat vervolgens op transport met een speciale dieplader. Zelfs de lokale pers rukt uit om het spectaculaire vervoer vast te leggen en de kunstenaar te interviewen.